Op zoek naar Shenzhou
Op zoek naar 神舟 China
heeft de afgelopen jaren aardige successen bereikt in ruimtevaart. Je
zou verwachten dat ze dat breed uitmeten, met een groot museum waar ze
de wereld tonen wat China tegenwoordig kan. Maar zo ligt het toch
niet. Deze reis was het zien van de Shenzhou capsules een van mijn
doelen. Maar waar zijn ze te vinden?
Op het internet had ik
gevonden dat er een in Shanghai stond in het techniek en wetenschap
museum. Een andere zou te vinden zijn in het nationaal museum in
Beijing. Verder bleek Beijing een ruimtevaartmuseum te hebben. Het
techniek en wetenschap museum in Shanghai is gericht op de jeugd, met
een dinosaurus in de hal en een aantal tentoonstellingen met allemaal
interactieve dingen waarmee kinderen kennis kunnen maken met
wetenschap en natuurkunde. In de ruimtevaartafdeling kan je voelen dat
de zwaartekracht op andere planeten anders aanvoelt. Je kan lopen op
de Maan in een soort tuigje waarmee je reuzenstappen kan maken. Voor
wie een vaste maag heeft is er een roterend platform waarop je een
doel moet raken met een speelgoedpistool om je de Corioliskrachten in
een draaiend ruimtestation te laten voelen. Je kogel buigt dan af door
de rotatie dus alles voelt net even anders aan dan je ogen zien.
Verder is er een model op
waren grootte van Shenzhou. En er zou dus een echte Shenzhou capsule
staan met parachute! Het zou de 神舟-6 capsule zijn, de tweede bemande
vlucht met twee taikonauten aan boord. Die was er ook ooit, alleen was
hij er helaas niet meer toen ik het museum bezocht. De foto laat
alleen een leeg platform zien waar de capsule stond.
De staf van het museum was heel behulpzaam, maar helaas kon niemand me vertellen waar het ding heen gegaan was. Ze hadden wel nog wat leuke Shenzhou dingen in de tentoonstelling, zoals een ruimtepak en het ruimtevoedsel waar ze aardig trots op zijn. Tijdens de eerste bemande vlucht schreven de kranten ook over het superieure chinese ruimtevoedsel. Als je weet hoe belangrijk eten voor de chinezen is is het niet zo raar.
Geotag (locatie) voor:
In Beijing staat het
Beijing ruimtevaart museum. Vreemd genoeg staat het ergens in een
buitenwijk op 10 kilometer van 天安门/Tiananmen. Niet bepaald een
logische plek om de technische hoogstandjes aan het publiek te laten
zien. Ook las ik op internet verhalen dat buitenlanders niet
toegelaten zouden worden tot het museum. Dus toen ik in Beijing was
wilde ik toch eens zien wat dat nu voor museum was. De meeste
taxichauffeurs hadden geen zin in een ritje naar een buitenwijk maar
uiteindelijk was er toch een bereid erheen te rijden. Het terrein
bleek van de a ademie voor lanceertechnologie te zien, in feite een
onderdeel van het chinese leger. Je komt dat terrein dus ook niet op
zonder toegangspas van het leger. De bewakers waren heel beleefd. Het
museum staat inderdaad ergens binnen de hekken van het terrein. Het
einige wat ik gezien heb is de muur rond het terrein. De foto laat een
vrolijke mascotte zien die zo te zien voor het 50 jarig bestaan is
ontworpen. Dus onverrichterzake dan maar terug naar het centrum. Ik
had nog een paar uur voordat mijn trein naar Nanjing
ging.
Op 天安门 staat het
nationaal museum van China. In het museum is een permanente
tentoonstelling genaamd “the road to rejuvination” over de
geschiedenis sinds de ineenstorting van de Qing dynastie.
Het eind van
de tentoonstelling was gewijd aan de technologische successen. En als
hoogtepunt staat daar helemaal aan het einde de 神舟-5 capsule waarmee
de eerste chinese bemande ruimtevlucht is gemaakt. Dus toch nog wat
ruimtevaart hardware gezien! Naast de capsule zelf is het ruimtepak
van Yang Limei, de eerste chinese ruimtevaarder, te zien plus wat
extraatjes als het schrift waarin hij tijdens de vlucht notities
maakte en dergelijke. Waar 神舟-6 en 7 staan weet ik nog steeds
niet. 6 schijnt het land rond te reizen voor speciale
tentoonstellingen en van 7 heb ik wel wat fotos gezien op een
tentoonstelling uit 2009. Het blijft vreemd dat China nog geen
speciale plek heeft om juist hun technologische vooruitgang te laten
zien aan de wereld. Want intussen hebben ze genoeg om trots op te zijn
op dat gebied.